
Het zal u niet zijn ontgaan, dat de belastingheffing over vermogen de gemoederen aardig bezighoudt.
Aanleiding is het zgn. Kerst-arrest van de Hoge Raad. Daarin verklaarde de Hoge Raad de systematiek van box 3 over 2017 tot 2021 onrechtmatig. De overheid moest met reparatiewetgeving komen.
Het is de bedoeling om over enkele jaren het daadwerkelijke rendement te gaan belasten.
Tot die tijd blijft het oude stelsel met wat aanpassingen gelden.
De grootste aanpassing is de onderverdeling in drie categorieën: spaargelden inclusief deposito’s, overige bezittingen en schulden. En vooral het verschil in fiscale behandeling tussen de laatste twee kan tot problemen leiden.
Onder de “overige bezittingen” worden ook vorderingen gerekend, waarover de eigenaar (de schuldeiser) 5,53 % rendement wordt geacht te maken. De feitelijk genoten rente doet niet ter zake.
Voor de schuldenaar wordt het inkomen in box 3 echter slechts verlaagd met 2,46 % van de hoofdsom, ongeacht de betaalde rente. De percentages gelden voor 2022; de cijfers voor 2023 worden binnenkort bekend gemaakt. Voor 2022 geldt voor beide gevallen 31 % belasting.
Afgezien van bijv. vrijstellingen, fiscaal partnerschap en dergelijke betaalt de schuldeiser dus 31 % * 5,53 % ofwel 1,71 % belasting. De schuldenaar krijgt in box 3 echter maximaal 31 % over 2,46 % ofwel 0,76 % terug. In situaties met schulden zal dat vaak niet eens het geval zijn: als er schulden zijn, komt men vaak niet boven het heffingsvrije vermogen uit.
Vooral in familieverhoudingen is het zaak, daar op korte termijn aandacht aan te besteden. Stel, dat ouders € 100.000 aan één van hun kinderen hebben uitgeleend. De ouders moeten dan over die vordering tot € 1.714 aan belasting betalen. Voor zoon of dochter is dat afhankelijk van het bestedingsdoel.
Is het geld besteed aan een eigen woning, dan geldt aftrek van de daadwerkelijk betaalde rente en niet de eerder genoemde 2,46 %. Hierbij is overigens ook het eigenwoningforfait van belang, dat het fiscale voordeel vermindert.
Als het geld niet voor een eigen woning is gebruikt, zijn er twee mogelijkheden: het kind komt boven het heffingsvrije vermogen uit. In dat geval is er een belastingteruggave van maximaal € 762. In het andere geval is er geen fiscale tegemoetkoming, terwijl de ouders wel in de buidel mogen tasten.
In dergelijke situaties is het raadzaam om eens te bekijken wat het voordeligst is in de specifieke situatie. Niets doen kan een optie zijn. Maar denk ook aan aflossing van de schuld. Dat kan natuurlijk ook door een schenking van ouders aan kind.
Er spelen in het bovenvermelde voorbeeld veel meer aspecten, dan de genoemde. Ga daarom niet over één nacht ijs en laat u goed voorlichten.
Wilt u meer weten? Neem dan contact op met R&S Consult. Het eerste gesprek is altijd vrijblijvend en kosteloos.
Doorsturen van dit bericht is toegestaan, maar dan wel met bronvermelding: 073financieeladvies.nl.
R&S Consult spant zich in om de inhoud van deze website en bovenstaand bericht zo actueel, juist en volledig mogelijk te houden. Desondanks is het mogelijk dat inhoud gedateerd, onvolledig en/of onjuist is.