Blog

  • Wie het kleine niet eert…..

    Wie het kleine niet eert…..

    Deze week beheerste de rechtszaak tegen Frits van Eerd, de oud-topman van Jumbo Supermarkten, het nieuws.

    De zaak draait om transacties tussen Van Eerd en ene Theo E. Het speelde zich allemaal af in de motorsportwereld.

    Theo E. is niet alleen een oude bekende van Frits van Eerd, maar ook van de politie en het Openbaar Ministerie.

    Dat houdt natuurlijk niet in, dat Van Eerd zich aan dezelfde vergrijpen zou schuldig maken als zijn kennis Theo E. Voor Van Eerd betreft de beschuldiging omkoping, witwassen en valsheid in geschrifte.

    Eén indicatie zou volgens het OM liggen in het feit, dat de FIOD bij Van Eerd rond de € 450.000 aan contanten aantrof. En dan ook in ongebruikelijke coupures. Briefjes van € 200 komt men zelden tegen, maar in de garage van Van Eerd waren ze volop aanwezig, net als biljetten van € 500.

    Eén van de vragen, die dit oproept is natuurlijk: “Hoe zit dit fiscaal?” Op zich is het toegestaan om veel contanten in huis te hebben. Maar het behoort boven een drempel van € 661 per persoon (2025) wel tot het vermogen, waarover u belasting moet betalen.

    Het fijne van contanten is het anonieme karakter. Contante transacties worden in de regel niet geregistreerd en zijn dus vaak onzichtbaar voor de Belastingdienst. En dan is de verleiding groot die contanten niet aan te geven. Het is dan meteen “zwart” geld.

    Het grote probleem is echter, wat je er dan nog mee kunt doen. Bar weinig, behalve consumptief besteden, waar dat met contanten kan. Denk aan de horeca. U kunt er géén nieuwe auto van kopen of een aanbetaling doen voor een nieuwe woning. De vraag wordt dan al gauw gesteld, hoe u toch aan de benodigde middelen kwam voor die grote uitgave. Dat gebeurt via de zogenaamde vermogensvergelijking.

    In een vermogensvergelijking wordt gekeken of het beginvermogen plus het aangegeven inkomen minus het eindvermogen voldoende is voor een regulier levensonderhoud. Stel, dat iemand een beginvermogen heeft van € 50.000 en in dat jaar na aftrek van belastingen € 25.000 heeft verdiend. Als het eindvermogen € 55.000 bedraagt is er dus een jaar geleefd van € 20.000. Dat is zeker niet onmogelijk voor een basaal levensonderhoud.

    Maar als blijkt, dat men ook een nieuwe auto heeft gekocht voor € 25.000 klopt het verhaal niet meer. Dan is er dus geleefd van negatief € 5.000, wat onmogelijk is. Was het beginvermogen hoger dan aangegeven? Was het inkomen hoger? Dan is er dus wel wat uit te leggen.

    Wat men dan nog wel eens als verklaring geeft, is dat het casinowinst betreft. Maar is dat ook aannemelijk te maken? Bij binnenkomst wordt uw identiteit gecontroleerd en vastgelegd. Als u dan nooit aanwezig blijkt te zijn geweest, of er zijn die avonden geen hoge prijzen gevallen, klopt de verklaring niet meer.

    Met kleinere bedragen kan men nog wegkomen door aannemelijk te maken, dat het een schenking betrof. De volgende vraag is dan: van wie? En kan de schenker de herkomst van het geld verklaren?

    Door een vermogensvergelijking is een voormalig topadvocaat ook in de problemen gekomen met de Belastingdienst. Allerlei dure uitgaven had hij contant gedaan, maar zijn naam kwam dus veelvuldig in de administratie van zaken in het topsegment naar voren. En al die uitgaven waren niet te verklaren uit de gemaakte vermogensvergelijking.

    Kortom, zolang u uw zwarte geld keurig in het vriesvak bewaart, gebeurt er niks. Maar hebt u dat geld om er op te blijven zitten of om er iets leuks mee te doen? Als u het wilt uitgeven, denk dan drie keer na hoe en waaraan. Beter nog is misschien er gewoon niet aan te beginnen. Dat slaapt een stuk beter.

    Terug naar Frits van Eerd, die op diverse plaatsen € 450.000 verstopt had. Alleen al de omvang van het bedrag roept vragen op. En als dan ook blijkt, dat er nogal wat contacten zijn geweest met personen met een omvangrijk detentieverleden, wordt het beeld er niet fraaier op. Is Van Eerd schuldig? Dat is aan de rechter.

    Maar als Van Eerd al die contanten netjes in zijn belastingaangifte had verantwoord, was het probleem waarschijnlijk veel kleiner geweest. Nu blijft toch het beeld achter van iemand, die zich enigszins onaantastbaar waande en graag bij de grote jongens in de motorsport wilde horen.

    Ook nu blijkt weer: Aan de rand van de afgrond groeien de mooiste bloemen.

     

    Wilt u meer weten? Neem dan contact op met R&S Consult. Het eerste gesprek is altijd vrijblijvend en kosteloos.

     Doorsturen van dit bericht is toegestaan, maar dan wel met bronvermelding: 073financieeladvies.nl.

    R&S Consult spant zich in om de inhoud van deze website en bovenstaand bericht zo actueel, juist en volledig mogelijk te houden. Desondanks is het mogelijk dat de inhoud gedateerd, onvolledig en/of onjuist is.

  • Box 3 in herhaling

    Box 3 in herhaling

    In deze nieuwsrubriek is box 3 vaker aan de orde gekomen. Ter herinnering: box 3 behelst de zgn. “vermogensrendementsheffing” in de Inkomsten- belasting.

    Vaak aangeduid als “vermogensbelasting”, maar dat is incorrect. Het vermogen is hierbij weliswaar het uitgangspunt, maar het rendement (inkomen) wordt uiteindelijk belast.

    Vóór 2001 betaalde men inkomstenbelasting over de ontvangen rente en dividend; koerswinsten bleven buiten schot.

    Daarnaast was er nog de (echte) Vermogensbelasting van eerst 0,8 % en later 0,7 % van het vermogen boven een vrijstelling van zo’n € 90.000 voor ongehuwden en € 113.000 voor partners.

    Het feit, dat koerswinsten buiten beschouwing bleven, leidde er toe, dat er veel nieuwe financiële producten kwamen.

    Die keerden geen dividend of rente uit, maar potten alles op. Naarmate er meer geld in zo’n pot zit stijgt de waarde van het product. Onbelast.

    Vandaar box 3: er werd m.i.v. 2001 uitgegaan van een rendement van 4 %, dat iedereen zou moeten kunnen halen. Daarover werd 30 % belasting betaald. Per saldo dus 1,2 % over het vermogen. In het begin was die 4 % ongeveer gelijk aan de risicoloze rente, die een spaarrekening opbracht.

    Als gevolg van diverse crises daalde de rente echter flink. Vanaf 2013 was het alleen met veel moeite mogelijk iets meer dan 1 % rente te halen uit je spaargeld. Als je dan toch 1,2 % moet betalen komt dat neer op onteigening.

    Vele rechtszaken volgden en m.i.v. 2017 kwam de Belastingdienst met een splitsing van vermogenscategoriën: enerzijds sparen en anderzijds beleggen. Men ging er vanuit, dat naarmate iemand meer vermogen had hij of zij ook wel meer zou gaan beleggen. De werkelijkheid deed niet ter zake.

    Nog meer rechtszaken waren het gevolg en uiteindelijk heeft de Hoge Raad een streep gehaald door de systematiek vanaf 2017. Daarnaast oordeelde de Hoge Raad later, dat hoogstens het werkelijke rendmeent belast mocht worden.

    De hele hersteloperatie, die dit tot gevolg heeft gehad, loopt momenteel nog steeds. In de tussentijd zit Den Haag met een groot budgettair probleem. Er komt door de uitspraken van de Hoge Raad nu minder belasting binnen en over de afgelopen jaren moet de staat flink wat terugbetalen. Een teruggave van totaal € 10 miljard is zeker mogelijk.

    Nu ligt het plan voor om vanaf 2028 de werkelijke rendementen te belasten. Voor de gemiddelde spaarder geen probleem. Maar als u belegt of onroerend goed verhuurt, wordt het een aardige rekenklus. De Raad van State heeft er al voor gewaarschuwd, dat dit voor veel belastingplichtigen te moeilijk zal blijken.

    Kon het nou echt niet anders? Natuurlijk wel. Allereerst had het voor de hand gelegen, dat die 4 %, waar box 3 mee begon, aangepast was aan de realiteit. Dan was het nog steeds een schatting van het rendement, maar het verschil met het werkelijke rendement was veel kleiner geweest. 

    Stel voor de verschillende vermogenscategorieën (spaargeld, beleggingen en onroerend goed) aparte, maar reële forfaitaire rendementen vast. Introduceer daarnaast de mogelijkheid om aan te tonen, dat het werkelijke rendement lager was, zodat werkelijke rendement als uitgangspunt kan dienen. Dan hoeft alleen degene, die denkt te veel te betalen, aan de bel te trekken.

    De belastingopbrengst zal misschien iets lager liggen, maar voor excessieve vermogens (van bijv. meer dan € 5 miljoen) blijft de herintroductie van de Vermogensbelasting een optie. De echte Vermogensbelasting dus.  

     

    Wilt u meer weten? Neem dan contact op met R&S Consult. Het eerste gesprek is altijd vrijblijvend en kosteloos.

     Doorsturen van dit bericht is toegestaan, maar dan wel met bronvermelding: 073financieeladvies.nl.

    R&S Consult spant zich in om de inhoud van deze website en bovenstaand bericht zo actueel, juist en volledig mogelijk te houden. Desondanks is het mogelijk dat de inhoud gedateerd, onvolledig en/of onjuist is.

  • Buffelboete: het woord van het jaar!

    Buffelboete: het woord van het jaar!

    Waarschijnlijk is het u ook niet ontgaan. Er is veel te doen over het samenstel van allerlei belastingmaatregelen, die geleid hebben tot het fenomeen “buffelboete“.

    Een tot op heden onbekend woord, maar bij Scrabble nu al goed voor minimaal 27 punten!

    Zonder al te veel in details te willen treden, komt het er op neer, dat aan de ene kant het belastingtarief licht is verlaagd om de wat lagere inkomens tegemoet te komen.

    Maar ja, er moet natuurlijk wel geld binnenkomen. Daarom heeft men ook maar even gesleuteld aan de diverse heffingskortingen.

    Die namen dus af. Per saldo moeten die lagere inkomens, nu juist méér belasting betalen. Een boete op buffelen dus.

    Er zitten nogal wat knappe koppen op het Ministerie van Financiën, die deze samenloop van maatregelen toch niet hadden voorzien. Op zich is dat natuurlijk geen goede zaak, maar aan de andere kant wel begrijpelijk.

    Bij het ontwerp van de huidige Wet Inkomstenbelasting 2001 was het doel de belastingheffing enorm te versimpelen. En dat is in eerste instantie ook zeker gelukt. Maar gaandeweg komt er toch weer die ene extra specifieke aanpassing, gevolgd door de volgende. Allemaal uitzonderingen op uitzonderingen, die het geheel alleen maar complexer maken.

    Vergeet daarbij ook het stelsel van toeslagen niet. Dat stelsel gaat uit van de inkomens en vermogens, zoals die uit de Inkomstenbelasting voortvloeien. Inkomen en vermogen hebben dus ook effect op de diverse toeslagen.

    Voor elke individuele maatregel is altijd wel een goede reden te verzinnen. Maar of het doel daarmee bereikt wordt, blijft vaak de vraag. En als neveneffect wordt de kerstboom van belastingen en tegemoetkomingen steeds omvangrijker. Qua uitvoering vallen de problemen nog wel mee, want de automatisering maakt steeds meer mogelijk.

    In de dagelijkse praktijk is het voor de gemiddelde Nederlander echter ondoenlijk om de werkelijke gevolgen in volle omvang te overzien. In uitzonderingsgevallen is het mogelijk, dat van elke extra verdiende euro 80 % wegvloeit door extra belastingen, minder heffingskortingen en lagere toeslagen. Toegegeven, het zijn uitzonderingsgevallen, maar ga voor de grap maar eens na hoe hoog dat percentage voor u persoonlijk is. In extreme gevallen is het zelfs mogelijk, dat men er ondanks een hoger bruto inkomen toch netto op achteruitgaat.

    De afgelopen weken heeft Den Haag zich gebogen over de overheidsfinanciën. Eén van de wensen, die nog niet verwezenlijkt is, betreft de afschaffing van het eigen risico in de Zorgverzekeringswet. Die afschaffing zou op zich € 3,4 miljard kosten. Als dat via de nominale premie opgehoest moet worden zal de premie per persoon elke maand zo’n € 30 stijgen. In plaats daarvan kan ook de inkomensafhankelijke bijdrage omhoog gaan

    Maar de lasten mogen natuurlijk niet toenemen, want dat is politieke zelfmoord. En dus moet die € 3,4 miljard elders worden gevonden. Een hogere zorgtoeslag bijvoorbeeld. Maar allereerst is de stijging van de zorgtoeslag nooit zo hoog als de stijging van de premie en zal dus ook dekking via de belastingen noodzakelijk zijn. Maar die zorgtoeslag zelf financieren we óók uit de belastinginkomsten.

    En dan komt het er weer op aan aan welke knoppen men wenst te draaien: tarieven, heffingskortingen, toeslagen etc. Overigens is het probleem waarschijnlijk veel groter. In België noemt men een eigen risico niet voor niets “remgeld”. Een verlaging of afschaffing van het eigen risico leidt tot een hogere zorgvraag. De hiervoor vermelde € 3,4 miljard zou dus beduidend hoger uit kunnen vallen.

    Waarmee maar weer is aangetoond, dat het hele fiscale en sociale systeem van Nederland zo met elkaar is verbonden, dat bijna niemand de uitwerking van een voorgestelde maatregel tot in de finesses kent.

    Mocht het via de welbekende knoppen niet lukken, decennia geleden heeft de heer F. Jacobse een alternatieve inkomstenbron geopperd, te weten de onvoltooid toekomende vermogensbelasting.

     

    Wilt u meer weten? Neem dan contact op met R&S Consult. Het eerste gesprek is altijd vrijblijvend en kosteloos.

     Doorsturen van dit bericht is toegestaan, maar dan wel met bronvermelding: 073financieeladvies.nl.

    R&S Consult spant zich in om de inhoud van deze website en bovenstaand bericht zo actueel, juist en volledig mogelijk te houden. Desondanks is het mogelijk dat de inhoud gedateerd, onvolledig en/of onjuist is.

  • Hoe komen ze erbij?

    Hoe komen ze erbij?

    Het is maart en dat brengt naast het begin van de lente ook de aangifte over vorig jaar. Al een flink aantal jaren is veel van de aangifte al vooraf ingevuld.

    Voordeel is natuurlijk, dat het hele proces veel sneller gaat. Maar de kans op schrijf- of telfouten is ook beduidend lager.

    Alleen als je een ander bedrag wilt aangeven, moet je dat veranderen. Vaak is het niet meer dan “enter – enter – enter en je bent er”.

    Maar hoe komt de Belastingdienst aan die gegevens? Veel organisaties hebben een wettelijke verplichting bepaalde gegevens geautomatiseerd aan de Belastingdienst door te geven. Denk aan werkgevers en uitkerende instanties, maar ook aan banken. Hiermee is het overgrote deel van de benodigde gegevens voor een gemiddelde aangifte bekend.

    Een vaak onbekende variant daarop is de “opgaaf uitbetaalde bedragen aan derden” (UBD). De inkomsten van particulieren krijgt de Belastingdienst van werkgevers, UWV, SVB e.d. De inkomsten van ondernemers zijn te achterhalen aan de hand van de aangiften BTW over een bepaald jaar.

    Maar er is een kleine categorie belastingplichtigen, die niet in loondienst is, geen facturen met BTW verstuurd, maar wel inkomen geniet. Dat zijn bijv. sprekers, auteurs en deelnemers aan medische onderzoeken. Maar denk ook aan particulieren, die een paar schoonmaakadressen hebben of geld verdienen met kluswerkzaamheden. De verplichting om een Opgaaf UBD te doen geldt sowieso voor alle inhoudingsplichtigen en collectieve beheersorganisaties (bijv. Buma, Stemra of Reprorecht).

    Maar als u niet tot één van die twee categorieën hoort, kan de Belastingdienst u vragen om een Opgaaf UBD te doen. En dat kan zelfs gelden voor particulieren, alhoewel dat nauwelijks voorkomt. Het probleem is natuurlijk, dat de Belastingdienst allereerst een signaal moet krijgen, dat er iets is uitbetaald. Bij ondernemers kan dat bijvoorbeeld uit de administratie blijken. Maar een particulier hoeft geen administratie bij te houden. Als alles dan contant wordt afgerekend, zoals dat vaak bij een huishoudelijke hulp gebeurt, heeft de Belastingdienst wat dat betreft het nakijken.

    Maar zonder een Opgaaf UBD kan de Belastingdienst toch achter bepaalde inkomsten komen. Door een “waarneming ter plaatse” kan men een beeld krijgen van iemands activiteiten. Een aanleiding voor een waarneming ter plaatse kan bijv. zijn, dat uit de aangifte een beeld ontstaat, dat iemand van het opgegeven inkomen en vermogen geen basaal levensonderhoud kan betalen, de zgn. vermogensvergelijking.

    De Belastingdienst richt zich voornamelijk op bedrijven en ondernemers en zet een waarneming ter plaatse niet gauw in bij particulieren. Dat ligt anders bij bijv. UWV, SVB of een gemeentelijke sociale dienst. Die uitkerende instanties hebben juist vooral particulieren als klant. Als dan onbekende inkomsten naar boven komen worden die ook aan de Belastingdienst doorgegeven.

    Een andere bron van informatie is het verzamelen van informatie tijdens een boekenonderzoek bij een ondernemer. In de boekhouding zit natuurlijk een schat aan informatie m.b.t. klanten en leveranciers. En die gegevens gebruikt men om te kijken of die klant / leverancier hetzelfde heeft vastgelegd. Het is overigens toegestaan om die gegevens te gebruiken, alhoewel dat gevoelsmatig misschien anders ligt.

    Als laatste: de internationale gegevensuitwisseling. Al meer dan 10 jaar wisselen belastingdiensten van verschillende landen gegevens met elkaar uit. Zo zijn ook mensen met een buitenlandse maar niet in Nederland opgegeven bankrekening tegen de lamp gelopen. Steeds meer landen doen mee aan die wederzijdse informatieverstrekking en de verstrekte gegevens nemen ook in omvang toe.

    Kortom, mocht u bij het opstellen van uw jaarrekening of het invullen van de aangifte een “Alzheimer-momentje” ervaren, lees dan eerst het bovenstaande nog eens goed door.  

     

    Wilt u meer weten? Neem dan contact op met R&S Consult. Het eerste gesprek is altijd vrijblijvend en kosteloos.

     Doorsturen van dit bericht is toegestaan, maar dan wel met bronvermelding: 073financieeladvies.nl.

    R&S Consult spant zich in om de inhoud van deze website en bovenstaand bericht zo actueel, juist en volledig mogelijk te houden. Desondanks is het mogelijk dat de inhoud gedateerd, onvolledig en/of onjuist is.

  • Adres onbekend

    Adres onbekend

    Bij de term “adres onbekend” denkt u misschien aan een dakloze of een drugsbaron, die uit handen van Justitie probeert te blijven. Maar vergeet de “fiscale vluchteling” niet.

    In de regel betaalt iemand belasting in het land waar de woonplaats is gevestigd. Als dat toch te duur wordt, ligt emigratie voor de hand.

    Zo waren er in de vorige eeuw nogal wat “Neder-belgen”, die vooral uit fiscale motieven in België gingen wonen.

    Dat waren bijv. mensen met veel vermogen (België kende geen vermogensbelasting en een veel lagere erfbelasting) maar ook succesvolle ondernemers.

    Die laatste groep was dan nog wel actief in Nederland, maar een flink deel van de fiscale verplichtingen werd een Belgische aangelegenheid.

    Op zich is daar niks mis mee, zolang je dan ook écht emigreert. En daar gaat het nog wel eens fout. Deze week kwam de uitspraak in de VS tegen de “fiscalist van de sterren“. Via een deal met de Amerikaanse Justitie gaat hij een paar jaar de cel i.v.m. het meewerken aan belastingfraude.

    Klanten van de betreffende belastingadviseur waren namen als Tiësto en Afrojack. Door hun activiteiten naar belastingparadijzen als Cyprus of Guernsey te verplaatsen werd de fiscale last een stuk lager.

    Probleem was echter, dat de verhuizing alleen op papier werd geregeld. De details zijn niet zo interessant. Waar iemand woont wordt door de omstandigheden bepaald. Waar ligt het zwaartepunt van iemands maatschappelijke leven?

    Als iemand een huis over de grens koopt en daar ook zijn huisarts heeft en naar de sportclub gaat, lijkt het aannemelijk, dat iemand ook echt is verhuisd. Maar naarmate meer zaken bij het oude blijven wordt dat verhaal een stuk minder geloofwaardig.

    Zo is er het geval van iemand, die op papier naar België was geëmigreerd, maar wiens auto toch opvallend vaak bij zijn vriendin in Amsterdam te vinden was. Ook al verblijf je op meer dan regelmatige basis in een hotel i.p.v. je Belgische villa, het is wel een indicatie, dat het maatschappelijke zwaartepunt toch in Nederland kan liggen. 

    Het belangrijkste criterium is natuurlijk de plaats, waar iemand de meeste tijd overnacht. Maar denk ook aan iets simpels als boodschappen doen en naar de kapper gaan.

    Hetzelfde gold voor de klanten van de voornoemde “fiscalist van de sterren”: op papier was alles netjes geregeld. Maar de Amerikaanse en de Nederlandse belastingdiensten hadden nogal wat waarnemingen op grond waarvan klanten (op verschillende gronden) belastingplichtig waren in één van die landen. Kortom: afrekenen. Ter geruststelling: in Nederland moet je het fiscaal wel heel bont maken om een gevangenisstraf te krijgen. Denk eerder aan een flinke boete en/of een taakstraf.

    Terug naar de Nederbelgen: velen van hen kwamen later uiteindelijk toch weer terug naar Nederland. Met het verstrijken der jaren kreeg men toch een beetje heimwee, wilde dichter bij de (klein-)kinderen wonen etc.

    En daar blijkt maar weer uit, dat bij veel beslissingen de fiscale druk niet onbelangrijk is, maar ook niet allesbepalend. Pas op voor de combinatie van een goed gevulde bankrekening met een ongelukkig leven.

     

    Wilt u meer weten? Neem dan contact op met R&S Consult. Het eerste gesprek is altijd vrijblijvend en kosteloos.

     Doorsturen van dit bericht is toegestaan, maar dan wel met bronvermelding: 073financieeladvies.nl.

    R&S Consult spant zich in om de inhoud van deze website en bovenstaand bericht zo actueel, juist en volledig mogelijk te houden. Desondanks is het mogelijk dat de inhoud gedateerd, onvolledig en/of onjuist is.