Met spoed woonruimte gezocht!

“Met spoed woonruimte gezocht!”, een wanhoops- kreet, die je soms in je brievenbus aantreft.

U kent vast wel iemand, die al een tijd op zoek is naar woonruimte maar daar keer op keer niet in slaagt. Misschien zit u zelf in die situatie.

Dit is niet iets van de laatste tijd; en de plannen voor woningbouw die Den Haag maakt, blijken in de praktijk moeilijk te realiseren.

Allereerst natuurlijk door de lange procedures, die doorlopen moeten worden.

De gemiddelde Nederlander heeft ongeveer 65 m2 woonruimte ter beschikking. In de ons omringende landen ligt dat rond de 45 m2. Als mensen kleiner zouden gaan wonen, komt meer woonruimte ter beschikking. Probleem is natuurlijk, dat je woningen niet in twee of drie stukken kunt knippen. En je kunt met goed fatsoen een huidige bewoner niet onder dwang opzadelen met een (onder-)huurder.

Nederland kent van West-Europa de hoogste bevolkingsdichtheid, waardoor je ook zou kunnen denken, dat er niet zozeer te weinig woningen zijn, maar gewoon teveel mensen.

Het aanbod kan maar heel langzaam stijgen, maar de vraag stijgt veel sneller. Niet alleen door het aantal inwoners, maar ook door de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens. Conclusie: stijgende prijzen.

Maar er zijn nog wat andere zaken, die in dit verband aandacht verdienen. Zaken, waar de overheid zelf de hand in heeft en die niet positief op de huizenmarkt uitwerken.

Tot voor kort was er de “jubelton”, waarmee ouders hun kinderen belastingvrij konden ondersteunen bij de aanschaf van een woning. Het resultaat laat zich raden: er kon meer geboden worden en dus stegen de prijzen. Woningzoekers zonder rijke ouders hebben het nakijken.

De verhoging van de overdrachtsbelasting van 6 % naar 10,4 % voor beleggingspanden (woningen, waar de koper niet zelf gaat wonen). Die extra belasting leidt gewoon tot hogere huren om hetzelfde rendement te kunnen halen.

De verlaging van de overdrachtsbelasting van 6 % naar 2 % voor starters op de woningmarkt: die 4 % uitgespaarde belasting geeft ruimte om meer te kunnen bieden. Ofwel: stijgende prijzen.

De (inmiddels weer afgeschafte) verhuurdersbelasting, die m.n. woningcorporaties moesten betalen. Daardoor bleef minder geld over voor de bouw van extra woningen. Minder aanbod dus. Juist in het goedkopere segment.

Fiscale maatregelen als de hypotheekrenteaftrek aan de ene kant en de huurtoeslag aan de andere kant. Hierdoor krijgt dezelfde zaak (een woning) fiscaal een andere behandeling. Huurders met een iets te hoog inkomen vissen helemaal achter het net, want ze komen voor geen van beide in aanmerking.

Uitbreiding van het puntenstelsel tot de middencategorie huurwoningen. Dit leidt tot een maximering van het rendement, waardoor beleggers hun woning in de verkoop doen. Of men kiest voor modernisering, waardoor men boven de grenzen van het puntenstelsel blijft. Het aantal woningen blijft gelijk, maar in het tweede geval tegen een hogere huur.

Er zijn dus nogal wat factoren, die negatief uitwerken op de woningmarkt. Ieder aspect zal op zich geen al te groot negatief effect hebben, maar alles bij elkaar wél.

En dan hebben we het nog niet eens over de wispelturigheid van het beleid. Die wispelturigheid heeft weinig effect op de vraag naar woonruimte. Maar aanbieders zullen zich toch een paar keer extra achter de oren krabben als ze aanschaf of bouw van woningen overwegen.

Conclusie is dan ook, dat dit probleem nog wel even zal bestaan door niet of nauwelijks te beïnvloeden factoren én een zwalkend overheidsbeleid.

Succes op de woningmarkt!  

 

Wilt u meer weten? Neem dan contact op met R&S Consult. Het eerste gesprek is altijd vrijblijvend en kosteloos.

 Doorsturen van dit bericht is toegestaan, maar dan wel met bronvermelding: 073financieeladvies.nl.

R&S Consult spant zich in om de inhoud van deze website en bovenstaand bericht zo actueel, juist en volledig mogelijk te houden. Desondanks is het mogelijk dat de inhoud gedateerd, onvolledig en/of onjuist is.